Home Binnenstad Lezingen Excursies Publicaties Berichten Contact

Berichten

Auschwitz Comité is de leugens over het Namenmonument zat

Nadat het geruime tijd stil bleef, verscheen 13 oktober 2018 een opmerkelijke nieuwsbrief van het Nederlands Auschwitz Comité (NAC). Het Comité is de door bewoners verspreide leugens over het Holocaust Namenmonument zat. De bezwaarmakers worden door het NAC beticht van het verspreiden van onjuiste of onvolledige informatie. Een nog niet gepubliceerde open brief werd gehekeld. "Deze brief staat zo vol met leugens, dat wij nu wel moeten reageren."

Een eerder plan om een Namenmonument te bouwen in het Wertheimpark ging niet door. Het NAC kreeg in december 2017 een omgevingsvergunning om het monument in de Weesperstraat te mogen bouwen. Daartegen tekende een aantal bewoners formeel bezwaar aan. Binnenkort brengt de bezwaarschriftencommissie advies uit. De gemeenteraad heeft ingestemd met de locatie en het ontwerp van het Namenmonument. Dit besluit werd door de nieuwe gemeenteraad bevestigd. Daardoor is het nu geen politiek maar een juridisch geschil geworden.

Volgens de tegenstanders zou het door architect Daniel Libeskind ontworpen Namenmonument het Unesco-Werelderfgoed aantasten. De Amsterdamse binnenstad, in het bijzonder de zeventiende-eeuwse grachtengordel, staat sinds 2010 op de Werelderfgoedlijst. Ik zie tegen de komst van het monument – vanuit het gezichtspunt van de bescherming van de historische binnenstad – geen bezwaar. Hooguit kun je zeggen dat de herbouw van de gesloopte winkelhuizen van de Weesperstraat door de komst van het monument niet langer mogelijk is. Deze huizen waar weggevoerde Joden woonden en werkten zullen nooit meer worden herbouwd en het is de vraag of dat wenselijk is. De enorme Weesperflat aan de overzijde is van een totaal andere maat en schaal en inmiddels zelf een beschermd monument geworden. Deze locatie is en blijft een open wond in de stad (*). Zo bezien is het een toepasselijke locatie voor het Holocaust-monument. Ik ben het volstrekt eens met het geleerde oordeel van rijksbouwmeester Alkemade dat Libeskind op de beschikbare ruimte een goed ingepast ontwerp heeft gemaakt: "Dit is het kleinst mogelijke monument". De tuin van de Hermitage krijgt een meer besloten karakter en dat hoort ook zo bij deze binnentuin die immers oorspronkelijk geheel onzichtbaar was in een gesloten bouwblok. Het bestaande 'Monument voor de Joodse Dankbaarheid' - afkomstig van het Weesperplein - wordt voor de tweede maal verplaatst. Van mij mag dit niet bepaald geliefde monument worden opgeborgen in het Amsterdamse depot van kunstwerken totdat een geschikte nieuwe locatie is gevonden. Er is immers nauwelijks reden voor 'Joodse dankbaarheid'. Ja, wel voor de rechtvaardigen onder de Nederlandse bevolking die Joden hebben gered, maar die waren helaas een uitzondering. Verreweg de meeste Nederlanders keken weg, terwijl het bestuurlijk apparaat - ook de gemeente Amsterdam - volop en zelfs ijverig meewerkte aan de Endlösing. (Zie: De beruchte Stippenkaart van 1941.) De herdenkingscultuur is sinds enkele decennia veranderd waardoor de behoefte aan een monument waarop alle namen staan is toegenomen. Velen dragen bij aan de komst van het monument met een financiële bijdrage.

Eerlijk gezegd vind ik het schokkend dat er een juridische procedure wordt gevoerd tegen de komst van het Namenmonument om de 102.000 slachtoffers van de Holocaust te herdenken. Je moet maar durven. Een dergelijk monument had er jaren geleden al moeten komen en het is wrang dat het initiatief daartoe vanuit Joodse kring moest komen. Vele andere steden gingen Amsterdam voor met indrukwekkende monumenten. In Berlijn neemt het Holocaust monument een geheel bouwblok in. Daarmee vergeleken is dit monument bescheiden te noemen. Het wordt tijd dat het monument er komt.

(*) Meer lezen: Walther Schoonenberg. 'Hoe de Nieuwmarktbuurt werd gered'. Maandblad Amstelodamum 100 (2013), nr. 1, p. 3-23.

(14 oktober 2018)

[Over deze website]   [Contact opnemen]   [Inloggen]