Home Binnenstad Lezingen Excursies Publicaties Berichten Contact

Berichten

Actievoerders figureren in een kunstwerk in de Oude Kerk

In de Oude Kerk werd op 9 juni 2021 een nieuwe tentoonstelling geopend. Het betreft onder meer een tweetal tapijten opgehangen in het koor van de eeuwenoude kerk, waarop de Beeldenstorm van 1566 is afgebeeld, met daar tegenover het gevecht in 2018/21 tegen het rode raam in de Heiliggrafkapel. (1) Daarmee wordt de suggestie opgeroepen dat de strijd voor het behoud van het monument een vorm van iconoclasme is, tegen kunst gericht, zoals ook de vandalen in de 16de eeuw onvervangbare kunstwerken hebben vernield.

Dat heeft uiteraard iets beledigends, maar je kan het ook een eer vinden dat wij zijn vereeuwigd in een kunstwerk, dat immers wordt toegevoegd aan de kunstcollectie van de Oude Kerk. In het kunstwerk zijn de namen en handtekeningen uit stukken van de juridische procedures verwerkt (ook die van mij). Het kunstwerk zelf is niet lelijk, hooguit is iets aan te merken op de boodschap die de kunstenaar ermee afgeeft. Dat is namelijk exact het tegenovergestelde van wat er werkelijk in de Oude Kerk aan de hand is. In de optiek van erfgoedbeschermers is mevrouw Grandjean immers de vandaal, want zij tast het belangrijkste rijksmonument van Amsterdam fysiek aan door het plaatsen van een rood raam in een kapel. Dit raam heeft negatieve gevolgen voor de beeldkwaliteit van zowel het interieur van de kapel als het exterieur van de kerk. Dat is objectief vast te stellen en dat is ook geconstateerd in een advies van het gemeentelijk bureau Monumenten en Archeologie. De Oude Kerk is zélf ook een kunstwerk. Dus wie zijn eigenlijk de Beeldenstormers?

De vergunningverlener, de gemeente Amsterdam, kwam daar toch juridisch mee weg, onder meer vanwege het onverplichte advies van de Rijksdienst van Cultureel Erfgoed (RCE). Het kenniscentrum in Amersfoort orakelde dat het rode raam "vanuit cultuurhistorisch gezichtspunt niet de voorkeur genoot", maar dat het altijd mogelijk moet zijn dat een "nieuwe betekenisvolle tijdslaag" aan een beschermd rijksmonument wordt toegevoegd. Uit ervaring, vooral in de rechtszaal, weet ik dat de Rijksdienst geen bondgenoot maar een vijand is geworden. Geurt Brinkgreve constateerde dat al in zijn memoires in 2006. (2) Het tweeslachtige advies heeft ons niet geholpen. Integendeel, de Raad van State oordeelde in haar uitspraak van 17 maart 2021 dat het besluit zorgvuldig tot stand is gekomen en ook dat de wet niet vereist dat een wijziging van een monument alléén is toegestaan wanneer dit noodzakelijk is voor het gebruik. Met andere woorden: je mag een monument aantasten wanneer de ingreep noodzakelijk is voor het gebruik van het monument. Je kunt je afvragen wat de monumentenbescherming nog voorstelt in ons land. (3)

Opmerkelijk is dat de Raad van State, in weerwil van de deskundige tegenrapporten door de VVAB in de procedure ingebracht, volledig meeging in het betoog van mevrouw Grandjean: "Deze toevoeging past in de kerkelijke traditie van het plaatsen van gekleurde glas-in-loodramen, zoals die tot op de dag van vandaag bestaat en internationaal gebruikelijk is." Naar aanleiding van de opening van de nieuwe tentoonstelling zegt mevrouw Grandjean in De Volkskrant, kritiekloos opgetekend door de journalist, dat het rode raam "een verwijzing (is) naar het rooms-katholieke verleden van het gebouw (en niet naar de buurt: het Wallengebied van Amsterdam)". (4) De VVAB had echter in het hoger beroep aangetoond dat de kunstenaar zelf een heel andere lezing gaf en eerlijk toegaf dat het rode raam een verwijzing is naar de rode ramen op de Wallen. Juliet Oldenburger had bovendien in een goed onderbouwd artikel aangetoond dat het rode raam niets te maken heeft met de katholieke traditie in het algemeen en ook niet met met de geschiedenis van dit glas-in-lood-venster op deze locatie in het bijzonder. (5) Het is extra saillant dat de Stichting de Oude Kerk op een informatiebord op een schutting schrijft dat "volgens de sekswerkers (het rode raam) de laatste herinnering (vormt) aan hun aanwezigheid op de Wallen". Weliswaar verschuilt de Oude Kerk zich lafhartig achter de sekswerkers, maar dat laat onverlet dat met deze tekst opnieuw een link wordt gelegd met de prostitutie, wat de kunstenaar in een interview met de krant ook al had gedaan. Mevrouw Grandjean heeft dus gelogen op de zitting van de Raad van State.

Tot slot dient vermeld te worden dat mevrouw Grandjean stopt met haar werk als directeur van de Stichting de Oude Kerk. Per 1 oktober wordt zij artistiek directeur van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (KMSKA) in Antwerpen. (6) De Oude Kerk gaat dus een nieuwe toekomst tegemoet, hopelijk met minder conflicten en met meer aandacht voor de ruimtelijke en monumentale kwaliteiten van het oudste monument van Amsterdam. Daarmee ontstaat een kans op de hardnodige normalisering in de verhouding tussen de Stichting de Oude Kerk en de erfgoedorganisaties. Het monument is daarbij gebaat.

Walther Schoonenberg
(stelde het hoger beroepsschrift van de VVAB op en vertegenwoordigde deze organisatie op de zitting van de Raad van State)

Voetnoten:
(1) Zie: 'Kunstinstelling de Oude Kerk in Amsterdam opent ondanks de lockdown de deuren'. De Volkskrant, 15 april 2021
(2) Geurt Brinkgreve. Mozaïek van mijn leven. Herinneringen 1917-2005. Apeldoorn: Het Spinhuis, 2006: p. 109-110: "De huidige RDMZ (tegenwoordig RCE) is voor mij een vijandig instituut geworden."
(3) Walther Schoonenberg. 'Uitspraak rode raam in de Oude Kerk. Stelt de monumentenbescherming nog iets voor?' Binnenstad 301-302 (jan.-mrt. 2021)
(4) Zie voetnoot 1.
(5) Zie: Juliet Oldenburger. 'Een nieuw raam voor de Heilig grafkapel van de Oude kerk?' Binnenstad 287/288 (mei-aug. 2018)
(6) Zie: 'Directeur Grandjean van Oude Kerk naar Antwerpen'. Het Parool, 12 mei 2021

(12 juni 2021)

[Over deze website]   [Contact opnemen]   [Inloggen]