Kalverstraat 92 
Burgerweeshuis

Naam: Burgerweeshuis
Adres: Kalverstraat 92
Sint Luciensteeg 27
Postcode: 1012PH
Gebouwtype: Liefdadigheid/gezondsheidszorg
Bouwjaar: 1632-1635, 1642, 1671, 1739
Architect: Pieter de Keyser (1632); Willem de Keyser (1642); Philips Vingboons (1671); Jacob van Campen (1633), Jan van der Streng (1739), B. van Kasteel (1975)
Eigendom: Amsterdam Museum
Restauratie: 1964-1975
(111 afbeeldingen)

Voormalig St. Lucienklooster, verbouwd tot Burgerweeshuis in 1634/35. Jongensspeelplaats in renaissance-stijl, waarschijnlijk ontworpen door Pieter de Keyser, Meisjesspeelplaats in classicistische stijl, ontworpen door Jacob van Campen. Poortjes in de Kalverstraat en de St. Luciensteeg laat-16de-eeuws. Interieur: Regentenkamer met laat-17de-eeuwse plafondschildering.
Het Amsterdams Historisch Museum (tegenwoordig Amsterdam Museum) is sinds 1975 gevestigd in het voormalige Burgerweeshuis en is o.a. toegankelijk via de zogenaamde Weeshuispoorten aan de Kalverstraat en de Sint Luciënsteeg. Hoewel het gebouwencomplex een lange (bouw) geschiedenis kent, wordt de huidige architectuur in belangrijke mate bepaald door twee grote verbouwingen en uitbreidingen in de periode 1632-1635. In die periode ontstonden feitelijk twee weeshuizen: het jongenshuis dichtbij de Kalverstraat en het daarachter gelegen meisjeshuis. Beide huizen waren gegroepeerd rond een eigen binnenplaats en van elkaar gescheiden door de in de loop van de tijd overkluisde en in 1865 definitief gedempte Begijnensloot. De 17de-eeuwse werkzaamheden begonnen in 1632 met de (ver)bouw van het nieuwe jongenshuis. Boven een zuilengalerij van de gang naar de Kalverstraat werd de jongensschool gebouwd. De galerij bestaat uit zuilen in de Dorische orde met gedrukte bogen. De verdieping wordt geleed door Dorische pilasters op gegroefde consoles. Het ontwerp van galerij en jongensschool in renaissance stijl wordt toegeschreven aan Pieter de Keyser (1595-1676), zoon van de bekende bouwmeester Hendrick de Keyser. Het hoge hoofdgebouw aan de westzijde van de binnenplaats - ontstaan uit het voormalige Oudemannenhuis - werd in 1739 verbouwd en voorzien van de huidige voorgevel. De zandstenen ingangsomlijsting is van de hand van Jan van Logteren (1709-1745) en een vroeg voorbeeld van de Lodewijk XV-stijl, de Rococo, in Amsterdam. In 1762 werd aan de oostzijde van de binnenplaats een galerij met 120 kastjes gebouwd waarin de werkjongens hun persoonlijke bezittingen en gereedschappen konden opbergen.
Het meisjeshuis - gelegen op het terrein van het vroegere Sint Luciënklooster - werd in de jaren 1634/35 geheel vernieuwd. Aan een binnenplaats verrezen drie sobere en monumentale bakstenen gevels, voorzien van pilasters in de kolossale orde met Ionische kapitelen. Het ontwerp werd vermoedelijk geleverd door Jacob van Campen (1595-1657). In 1642 werd de poort aan de Kalverstraat vermoedelijk door Pieter de Keyser verhoogd. De gevel aan de NZ Voorburgwal werd in 1671 ontworpen door Philips Vingboons. Maar de belangrijkste latere ingreep vond in de 18de eeuw plaats. Niet alleen werden de kruiskozijnen vervangen door schuiframen, maar ook werd in 1744 het Meisjeshuis verbouwd en kreeg de gevel daarvan aan de Meisjesspeelplaats in dezelfde architectuur opgetrokken als de 17de-eeuwse gevels van Jacob van Campen - een vroeg voorbeeld dus van historiserend bouwen. De vier vleugels vormen sindsdien een fraai harmonisch geheel in de stijl van het Hollands classicisme. Opmerkelijk zijn de overhoekse en gespleten voluten van de Ionische kapitelen en de aansluiting daarvan op de rechte hoeken van de pilasters. Een dergelijke oplossing is bekend geworden onder de naam 'Van Campen-kapiteel' en heeft grote toepassing gevonden in de Nederlandse architectuur van de 17de eeuw. Het kapiteel is gebaseerd op het traktaat van Scamozzi.
Tenslotte dient vermeld te worden dat het Burgerweeshuis eigenaar was van een aantal panden rondom het complex. De huurinkomsten kwamen ten goede aan het Burgerweeshuis. Het gaat om de panden Kalverstraat 78, 80-82, 90, 94-98 en 100-104 en Sint Luciënsteeg 1 t/m 23 en 25. Elders in de stad bezat het Burgerweeshuis ook panden, bijvoorbeeld in het Noordse Bos.
In 1960 verhuisde het Burgerweeshuis naar een nieuwe vestiging aan het IJsbaanpad. Na te zijn aangekocht door de gemeente werd het complex bestemd tot historisch museum van Amsterdam. In 1966 werd begonnen met de ingrijpende verbouwing en restauratie onder leiding van de architecten B. van Kasteel en J. Schipper. In 1975 werd het Amsterdams Historisch Museum geopend. Door de aanleg van een glazen 'schuttersgalerij' op de plaats van de gedempte Begijnensloot, die volkomen was dichtgeslibd, en een verbinding met het Begijnhof werd het complex voor voetgangers ontsloten en ontstond een boeiend gebied van binnenhoven. Geurt Brinkgreve noemde dat "een voortreffelijke hedendaagse aanvulling op de oude, zorgvuldig gerestaureerde vleugels" en zelfs "de knapste stedenbouwkundige ingreep in de binnenstad". Het museum noemt zichzelf tegenwoordig 'Amsterdam Museum' en is momenteel gesloten vanwege een verbouwing. In de voormalige Amstelhof bevindt zich momenteel een tijdelijke opstelling van belangrijke objecten uit het museum.

In 1571 werden drie poortjes in renaissance-stijl geplaatst in de muur van de voormalige Stadstimmerwerf aan de Oude Turfmarkt, waarvan er twee bewaaard zijn gebleven. De ene werd herplaatst voor de als 'Atheneum Illustre' herbestemde Agnietenkapel, de andere als één van de toegangen van het Burgerweeshuis aan het Wezenpleintje in de Sint-Luciënsteeg. Van het jaartal 1571 is 1634 gemaakt: het jaartal van de herplaatsing. Het poortje is een prachtig voorbeeld van de inheemse renaissance van de 16de eeuw met versieringen uit het maniërisme van Vredeman de Vries, zoals rol- en bandwerk en uiterst gedetailleerde vlakversieringen. Het poortje van de Agnietenkapel is nog rijker versierd.

Van het oorspronkelijke interieur is nog het één en ander aanwezig. De hal van het Middelhuis heeft nog het interieur ontworpen door Jacob van Campen met ondermeer deuromlijstingen naar Scamozzi. Achter deze deuren bevond zich de meisjeseetzaal (nu één van de museumzalen). Aan de rechterzijde van de hal betreedt men eerst het voormalige Cas Comptoir (geldkantoor). Het vertrek is voorzien van een decoratief beschilderd plafond met slingers waarbij een cassettenindeling wordt gesuggereerd. Rondom het achtkantige 'middenvak' zijn symbolen van de vier jaargetijden aangebracht.
Vervolgens betreedt men de regentenzaal, waarvan veel van het oorspronkelijke interieur bewaard bleef. De schoorsteenwand werd als één geheel ontworpen naar plannen van Van Campen. De marmeren Ionische zuilkapitelen van de schouw hebben dezelfde overhoeks gespleten voluten als die op de binnenplaats. In de 18de eeuw werd in de schouw een lagere marmeren schoorsteenmantel geplaatst. Op de boezem van de schouw en boven de deuren aan weerszijden bevinden zich voorstellingen van een zeeslag, in 1633 geschilderd door Abraham de Verwer (ca. 1585-1650). Vier andere schilderijen werden eveneens speciaal voor deze zaal vervaardigd: aan de noordwand een doek van Abraham de Vries (ca. 1590-ca. 1655) eveneens uit 1633 met daarop de regenten die verantwoordelijk waren voor de vernieuwing van de meisjesafdeling. Aan dezelfde wand hangt boven een 17de-eeuwse eiken kast een door Arnold Boonen (1669-1729) geschilderd regentenstuk uit 1716. Daarnaast een schilderij uit 1663 van Jurriaan Ovens (1623-1678) met een afbeelding van regenten in deze zaal, waarop o.a. de monumentale schouw zichtbaar is op de achtergrond. Aan de korte oostwand hangt een omstreeks 1634 voor deze zaal vervaardigd regentessenstuk door Jacob Backer (1608-1651). In 1656 werd het houten zaalplafond van schilderingen voorzien. De decoratieve bloemranken werden geschilderd door Mattheus van Pillecum (ca. 1638-1679), die ook het beschilderde plafond in het voormalige Cas Comptoir en de decoraties op het fries van de schoorsteenmantel vervaardigde. De figuratieve schilderingen op het plafond werden aangebracht door de kunstschilder Comelis Holsteyn (1618-1658) die we ondermeer kennen van de beschilderingen het stadhuis op de Dam. In het dichtst bij de schouw gelegen achtkant wordt het kleden van de weeskinderen verbeeld met de begeleidende woorden 'Wy syn barmhartich.' In het andere achtkant wordt de vrijgevigheid geïllustreerd in het collecteren voor de weeskinderen en de woorden 'Weest mildadich.' Het ronde middenstuk met de zes wapenschilden en naamlinten van de regenten uit 1656 is een personificatie van de liefde met het devies 'Liefde ist Fondament.' In 1732 werd de regentenzaal gemoderniseerd. Bij die gelegenheid werden onder meer de 17de-eeuwse kruiskozijnen vervangen door de huidige schuiframen. Aan de vensterwand bevindt zich tegen de eerste muurdam een naambord met wapenschilden in een lijst uit 1737 van de hand van Van Logteren. De rijk vergulde lijst is uitgevoerd in een zeer vroege Lodewijk XV-stijl (vergelijk het toegangsportaal op de Jongensspeelplaats).
Gebruikte literatuur:
- Geurt Brinkgreve. 'Van Wagenaar tot nu'. De Lamp 78 (maart 1983)
- P.M. Fischer. Ignatius en Jan van Logteren. Alphen aan de Rijn, 2005: p. 133, 426-427, 443
- R. Meischke. Amsterdam Burgerweeshuis. Den Haag, 1975
- Gerrit Vermeer. 'Jacob van Campen en zijn kapitelen.' Binnenstad 246 (mei 2011): p. 39-41
- Gerrit Vermeer. 'Scamozzi, Jacob van Campen en het Ionisch kapiteel in Amsterdam'. Maandblad Amstelodamum 102-2 (april-mei 2015): p. 61-76
- H.J. Zantkuijl. Bouwen in Amsterdam. Amsterdam 1981: p. 264-265, 266-267
Monumentenstatus: RM
Monumentennummer: 5467
Adres: Kalverstraat 92
Adressen: Kalverstraat 92 ;Nieuwezijds Voorburgwal 357 ;Nieuwezijds Voorburgwal 359 ;Sint Luci_nsteeg 27
Inschrijvingsdatum: 29-09-1970
Redengevende omschrijving: Burgerweeshuis. Onregelmatig complex met twee binnenplaatsen, de wanden om de grote met pilastergeleding (1632 en later), die om de kleine in soortgelijke trant, met open galerij (midden 17e eeuw). Poortje aan St. Luciensteeg plm 1570, later gedateerd 1634; poort aan Kalverstraat 1581. Vleugel langs N.Z. Voorburgwal plm 1680 met geheel vlakke rustige gevelwand.
RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.















































































































Laatste wijziging: november 2022